maandag 1 december 2008

Over ruimte #3

“Volgens de joodse wet zijn joden verplicht om tijdens de sjabbat, een dag die duurt van vrijdag bij zonsondergang tot zaterdag na het verschijnen van de twee eerste sterren, absolute rust in acht te nemen en de problemen van de week naast zich neer te leggen om zich te wijden aan het Eeuwige. Het verbod op werk houdt onder meer in dat het dragen van voorwerpen tot buiten het eigen huis verboden is (sleutels, een boek, een tas, een kinderwagen die je voortduwt...). De Thora bepaalt echter dat dorpen of steden omringd door een van poorten voorziene vestingmuur worden beschouwd als een privédomein. In zulke dorpen of steden mag iedereen voorwerpen van het huis naar de straat en van de straat tot in huis dragen ... De stad wordt als het ware de woning. In onze moderne tijd zijn er nog maar weinig steden door muren omringd, met als gevolg dat vrome joden zich tot activiteiten binnenshuis zouden moeten beperken, ware het niet dat het is toegestaan om bij wijze van derogatie op de wet eroeviem aan te leggen, oftewel draden (of koorden) die een denkbeeldige muur vormen. In de meeste gevallen trekt men die ‘grenzen’ door palen op te richten en ze onderling te verbinden met dunne kabels van gegalvaniseerd staal. Zo wordt het gebied dat door de eroev is omheind tot een privé-ruimte, waarbinnen het is toegestaan om gedurende de sjabbat voorwerpen te vervoeren.
Volgens de Thora kan in elke door een eroev omheinde stad het publieke domein worden beschouwd als een privé-gebied.”

Uit “De Eroev” door Sophie Calle

Geen opmerkingen: