vrijdag 10 oktober 2008

Tussentijd

In de Tussentijd ben ik aan de andere kant van de aardbol. Torren zo groot als je handpalm, leeg land zo ver je kunt kijken. Mijn zus is net getrouwd op een strand niet ver van Kaapstad. Daarom ben ik hier en niet in Amsterdam.
De herfst is lente geworden. De Pijp ligt in een andere wereld. Van alle dieren hier kijk ik het liefst naar de langzaamste. De reuzenschildpadden kijken ongestoord terug. De neushoorns verbergen zich verlegen achter de bomen. Hier liep de Homo Erectus. De handige Habilis bekommerde zich nog niet om de vormgeving van zijn gereedschap. Dit is de bakermat van de mensheid. Ik voel me klein hier.
Op de heenweg vlogen we over de Sahara. Ik dacht aan de mannen met bladblazers in het Sarphatipark die de paden vrij houden van natuurlijke en andersoortige producten. In Nederland is de natuur maakbaar, beheersbaar, overzichtelijk. De mens is oppermachtig. Misschien zijn we daarom zo’n arrogant volk.
Ik probeer een link te vinden met Tussenland. Maar misschien ben ik die link. Ik beweeg me tussen de Pijp en de Karoo. Ik sjouw mijn herinneringen van de ene plek naar de andere. Straks ben ik weer terug en kijk met andere ogen naar de mensen en straten en winkels en pleinen.

Geen opmerkingen: